Inleiding
Antihistaminica, corticosteroïden en cromoglicinezuur zijn effectief bij de behandeling van allergische rinitis (zie noten 21, 22 en 23). We beschrijven de keuze van medicatie bij allergische rinitis. Dit gebeurt op basis van de onderlinge verschillen van de groepen in effectiviteit, bijwerkingen, werkingssnelheid en gebruiksgemak. Daarnaast speelt ook de voorkeur van de patiënt een rol.
Effectiviteit
Corticosteroïdneussprays versus orale antihistaminica
Een meta-analyse (5 onderzoeken, n = 990) onderzocht het verschil in effectiviteit tussen corticosteroïdneusspray en orale antihistaminica.74De kwaliteit van bewijs is matig. Er werd afgewaardeerd vanwege heterogeniteit van de uitkomsten of vanwege het geringe aantal patiënten. Bij de volgende uitkomstmaten was de effectiviteit van corticosteroïdneusspray klinisch relevant beter dan orale antihistaminica: neusobstructie -0,56 (95%-BI -0,82 tot -0,29), niezen -0,52 (95%-BI -0,73 tot -0,32) en totale neussymptomen -0,70 (95%-BI -0,93 tot -0,47). Bij de volgende uitkomstmaten was de uitkomst (SMD) alleen significant verschillend, maar niet klinisch relevant in het voordeel van corticosteroïdneusspray: rinorroe -0,47 (95%-BI -1,00 tot -0,05) en jeuk -0,42 (95%-BI -0,65 tot -0,18). Bij oogsymptomen was er geen verschil tussen corticosteroïdneusspray en orale antihistaminica.
Conclusie
Er zijn aanwijzingen dat corticosteroïdneusspray effectiever is dan orale antihistaminica. Het is onduidelijk of het verschil klinisch relevant is.
Corticosteroïdneussprays versus nasale antihistaminica
Yanez onderzocht in een meta-analyse (9 onderzoeken, n = 648, follow-up 2 tot 8 weken) het verschil in effectiviteit tussen corticosteroïdneusspray en nasale antihistaminica.75De kwaliteit van bewijs voor de uitkomstaat totale nasale symptoomscore is afgewaardeerd met één niveau in verband met het overschrijden van de SMDgrens met 0,5. De totale nasale symptoomscore was significant lager voor de corticosteroïdneussprays, maar het verschil is niet klinisch relevant (SMD 0,36; 95%-BI 0,57 tot 0,14).
Conclusie
Er zijn aanwijzingen dat corticosteroïdneusspray effectiever is dan nasale antihistaminica. Het is onduidelijk of het verschil klinisch relevant is.
Corticosteroïdneusspray versus cromoglicinezuur
In een review van acht dubbelblinde onderzoeken waarin cromoglicinezuur werd vergeleken met corticosteroïden, bleken corticosteroïdneussprays effectiever.76
Bijwerkingen
Corticosteroïdneusspray
Zie Bijwerkingen nasale corticosteroïden voor een uitvoerige beschrijving van de bijwerkingen van corticosteroïdenneussprays. Bij het gebruik van corticosteroïdneusspray treden sporadisch langetermijn bijwerkingen op. De meest voorkomende bijwerkingen zijn neusirritaties, epistaxis en zeer zeldzaam neusseptumperforatie.
Antihistaminica
Intranasale antihistaminica worden in het algemeen goed verdragen en bijwerkingen beperken zich tot lokale overgevoeligheid en een bittere smaak. Systemische bijwerkingen zijn niet te verwachten. Wat de bijwerkingen betreft zijn er geen relevante verschillen tussen de verschillende neussprays. Dat geldt ook voor de orale niet-sederende antihistaminica (www.farmacotherapeutischkompas.nl, geraadpleegd mei 2017).
Cromoglicinezuur
Cromoglicinezuur geeft soms voorbijgaande prikkeling van het neusslijmvlies (www.lareb.nl, geraadpleegd april 2017). Verder zijn er geen bijwerkingen bekend.
Snelheid van werking
Corticosteroïdneusspray
Bij gebruik van een corticosteroïdneusspray duurt het enige tijd voordat de patiënt effect merkt. Volgens de bijsluiter duurt dit drie tot tien dagen na het begin van de behandeling (www.cbg-meb.nl, geraadpleegd 4 mei 2017).
Er is één gepubliceerd onderzoek beschikbaar naar het moment waarop na de start van corticosteroïdneusspray effect te verwachten is.77Bij tweemaal daags twee keer sprayen met beclometason 50 microg per verstuiving bleek in dit onderzoek de afname van de klachten al na 24 uur significant te zijn ten opzichte van placebo bij patiënten met een allergische rinitis. Het effect nam de eerste zeven dagen van de behandeling toe.
Antihistaminica
Het effect van antihistaminica treedt snel in, meestal binnen een paar uur.785579Bij 90% van de patiënten was er twee uur na gebruik van een nasaal antihistaminicum al een vermindering van de klachten (zie Antihistaminica).
Cromoglicinezuur
Cromoglicinezuur werkt in het algemeen binnen een week, soms pas na twee tot drie weken (www.farmacotherapeutischkompas.nl, geraadpleegd 11 april 2017).
Gebruiksgemak
De voorkeur voor de inname van een tablet of het gebruik van neusspray is persoonlijk en kan worden meegenomen in de keuze voor het soort geneesmiddel. Daarnaast is de frequentie van gebruik een overweging voor de keuze.
Conclusie
Er zijn aanwijzingen dat corticosteroïdneusspray mogelijk effectiever is in het behandelen van de klachten dan de andere groepen geneesmiddelen. Antihistaminica werken daarentegen sneller. Nasale antihistaminica zijn mogelijk iets effectiever dan orale. Uit de andere aspecten volgt geen voorkeur. Cromoglicinezuur heeft geen meerwaarde ten opzichte van de andere groepen gezien de geringe effectiviteit en de trage werkingswijze. Het enige voordeel van cromoglicinezuur is het vrijwel ontbreken van bijwerkingen.
Van conclusie naar aanbeveling
Bij de afweging voor een keuze van een bepaalde groep zijn de effectiviteit en de snelheid van de werking van belang. Bij incidentele of milde klachten is een ad-hocbehandeling vaak afdoende en wenst de patiënt met name snelle verlichting van de klachten. De patiënt zal niet snel gemotiveerd zijn voor een langdurige behandeling. Bij persisterende of ernstige klachten ligt de nadruk meer op een effectievere behandeling en op de preventieve kant. De patiënt zal eerder gemotiveerd zijn voor een langdurige behandeling. De werkgroep baseert de keuze voor de groep geneesmiddelen daarom op basis van de duur en ernst van de klachten.
Aanbeveling
Incidentele klachten
Geef zo nodig een antihistaminicum (nasaal of oraal). Overweeg een oraal antihistaminicum als meerdere organen bij de rinitis betrokken zijn (bijvoorbeeld bij oog- of huidklachten), of als de patiënt een sterke voorkeur voor een tablet heeft. De keuze voor een nasaal of oraal antihistaminicum kan samen met de patiënt worden gemaakt op basis van persoonlijke voorkeur. Bij onvoldoende werking kan voor een ander antihistaminicum worden gekozen.
Intermitterende of milde klachten
Geef een corticosteroïdneusspray of een antihistaminicum (nasaal of oraal). De keuze wordt vooral bepaald door de behoefte al of niet ‘zo nodig’ te kunnen behandelen en door de voorkeur van de patiënt voor de toedieningsvorm. Indien klachten van een verstopte neus op de voorgrond staan, werkt een corticosteroïdneusspray beter. Bij onvoldoende werking van één geneesmiddel is combinatie van een antihistaminicum (nasaal of oraal) met een corticosteroïdneusspray een optie.
Persisterend en matig ernstige tot ernstige klachten
Start met een corticosteroïdneusspray. Bij onvoldoende werking kan de dosering van de corticosteroïdneusspray worden opgehoogd en/of een antihistaminicum worden toegevoegd.